Wat is IPC?

Great Learning, Great Teaching, Great Fun.

Wat is IPC? Great Learning, Great Teaching, Great Fun. Het International Primary Curriculum is een integraal, thematisch en creatief curriculum voor kinderen van 4-12 jaar gericht op de creatieve en zaakvakken. Het is onderlegd met een duidelijk leerproces met specifieke leerdoelen voor elk vak en speelt tevens in op een steeds kleiner wordende wereld door doelen voor burgerschap te definiëren. Het IPC is samengesteld met het oog op zowel hoge verwachtingen op het gebied van leren te hebben als ook om leerkrachten te helpen de lessen zo boeiend, actief en zinvol mogelijk voor de kinderen te maken. Het IPC curriculum geeft ook een internationaal perspectief; het helpt de kinderen verbanden te leggen tussen het geleerde en hoe dit toegepast kan worden in eigen land en kijkt tevens naar het perspectief van mensen in andere landen. Het IPC wordt dan ook op scholen in meer dan 80 landen gebruikt! Het IPC heeft een bijbehorende planning waarbij de scholen zelf een zeer hoge mate van flexibiliteit hebben om het lesprogramma naar eigen wens in te richten. Dit betekent dat de leerkrachten zich kunnen richten op wat zij het beste doen: lesgeven. Voor Nederland is er ook een standaardroute gemaakt die voldoet aan de relevante kerndoelen.

Onze drie richtlijnen.

Dit curriculum komt voort uit drie vragen. Hieronder kunt u meer lezen waarom deze vragen zo belangrijk voor ons zijn:

In wat voor wereld zullen onze kinderen gaan leven en werken?

Lesgeven en leren zijn boeiend (en moeilijk) omdat ze zowel naar het verleden als naar de toekomst kijken. We kijken naar het verleden omdat leren ook over onze culturele achtergrond gaat, zodat wij kunnen leren waarom we zijn wie we zijn. We kijken naar de toekomst omdat we weten dat de wereld voortdurend verandert en wij klaar staan om de uitdaging aan te gaan zo goed mogelijk in te schatten hoe de wereld er straks uit zou kunnen zien.

Welke kinderen hebben de grootste kans op succes in de wereld?

Het is onze taak zo goed mogelijk te voorspellen hoe de wereld er in de toekomst uit zal zien. Dit is belangrijk om erachter te komen hoe de kinderen van nu succesvolle volwassenen in de toekomst kunnen worden. De individuele karakters van de leerlingen bepalen hoe zij in de komende jaren optimaal van het geleerde kunnen profiteren.

Wat zouden kinderen moeten leren en hoe kunnen zij het beste leren?

Aan de hand van het idee over hoe de wereld er in de toekomst uit zal zien en de persoonlijke eigenschappen die hierin belangrijk zijn, kunnen wij bepalen hoe en wat de kinderen zouden moeten leren op school.

IPC Leerdoelen

De leerdoelen vormen de basis waarop het International Primary Curriculum is samengesteld.

De leerdoelen stellen vast wat de kinderen moeten weten, wat ze moeten kunnen en moeten begrijpen. Duidelijk opgestelde leerdoelen helpen bij het lesgeven en leren alsmede bij de toetsing en evaluatie. Wij zijn
van mening dat de IPC Leerdoelen minstens net zo goed of beter zijn dan die van andere lesprogramma’s over de hele wereld.

De vakinhoudelijke doelen

De vakinhoudelijke doelen hebben betrekking op de kennis (de feiten en informatie die leerlingen te weten komen), de vaardigheden (de praktische bekwaamheden waarover leerlingen dienen te beschikken) en het begrip (het diepere bewustzijn over belangrijke begrippen die zich in de loop der tijd ontwikkelen). Er zijn vakinhoudelijke doelen voor taalvaardigheid, rekenen en wiskunde, natuur en techniek, ICT, ontwerptechnologie, geschiedenis, aardrijkskunde, muziek, lichamelijke opvoeding, kunstzinnige vorming en mens en samenleving.

 

De persoonlijke doelen

De persoonlijke doelen hebben betrekking op de individuele kwaliteiten en karaktertrekken die voor leerlingen in de 21e eeuw van belang zijn. De persoonlijke doelen helpen die kwaliteiten te ontwikkelen, zodat leerlingen in staat zijn om met verandering in hun leven om te gaan. Er zijn persoonlijke doelen voor: onderzoek, aanpassingsvermogen, veerkracht, communicatie, moraliteit, samenwerking, respect en zorgzaamheid.

 

De internationale doelen

Het International Primary Curriculum is uniek omdat het leerdoelen definieert die leerlingen helpen om te werken aan een zich steeds verder ontwikkelend nationaal en internationaal perspectief.

De wijze waarop IPC dit vorm geeft is gebaseerd op de volgende punten:

 Kennis en begrip hebben van de eigen nationale cultuur. Internationaal bestaat uit zowel “inter” als “nationaal”.
 Kennis en begrip hebben van de onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van mensen.
 Kennis en begrip hebben van de onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van landen
 Kennis en begrip hebben van de essentiële overeenkomsten tussen de mensen en landen van de wereld
 Beschikken over een zich ontwikkelend vermogen om zich op zijn of haar gemak te voelen bij mensen die anders zijn dan zijzelf

Kennis, vaardigheden en begrip

Alle IPC leerdoelen omvatten de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en begrip: alle drie van essentieel belang. Omdat het leren van kennis, vaardigheden en begrip anders is, zal ook het aanleren ervan moeten verschillen. De leertaken in elke IPC unit geven aanwijzingen voor de leerkrachten om de leerlingen bij de verdere ontwikkeling van hun kennis, vaardigheden en begrip te helpen.

IPC leerproces

Elke IPC unit bevat een duidelijk leerproces met een gestructureerde benadering die de leerlingen een zo stimulerend en rigoureus mogelijke leerervaring biedt.

Units

Wij beseffen dat kinderen het beste leren wanneer zij willen leren.

IPC maakt om deze reden gebruik van meer dan 90 verschillende units of thema’s: kindvriendelijke en moderne onderwerpen die boeiend zijn en blijven voor leerlingen in het basisonderwijs. De thema’s bestaan onder meer uit: Speurneuzen in de tijd, Luchthavens, Ik leef, Uitvindingen en machines en Een missie naar Mars.

Door met thema’s te werken blijven de leerlingen gemotiveerd tijdens de lessen in natuur en techniek, aardrijkskunde, geschiedenis enzovoorts. De kinderen kunnen op deze manier tijdens het leren verbanden
leggen tussen de verschillende vakken en die van pas komen in de wereld waarin zij leven. Het IPC geeft binnen elk thema een groot aantal tips voor samenwerkend leren, leren buiten het klaslokaal, rollenspellen en allerlei manieren waarop leerlingen van elkaar kunnen leren.

Elke IPC unit omvat diverse vakken, waaronder wetenschappen, geschiedenis, aardrijkskunde, ICT, kunstzinnige vorming, muziek en lichamelijke opvoeding en biedt een vele mogelijkheden om de taal- en rekenvaardigheden verder te ontwikkelen. Elk vak bestaat weer uit een aantal leertaken zodat de leerkracht de kinderen kan helpen om de verschillende IPC leerdoelen te bereiken.

Iedere unit is geschikt voor één van de drie verschillende leeftijdsgroepen: zes- tot achtjarigen, acht- tot tienjarigen en tien- tot twaalfjarigen. Het IPC noemt deze leeftijdsgroepen Mileposts.

Assessment for Learning

Hoe weten we dat de kinderen geleerd hebben?

Het IPC is een curriculum dat gericht is op leren en dat is ontworpen om leerlingen te helpen leren en te laten genieten van wat ze leren. Doelgericht leren betekent ook dat we beoordelen wat kinderen uit het geleerde halen. Toetsing en evaluatie zijn belangrijk omdat we er op deze manier achter komen of de leerlingen inderdaad iets hebben geleerd.

Kennis, vaardigheden en begrip worden op verschillende manieren opgedaan, dus ook op verschillende manieren getoetst en beoordeeld:

 Bij kennis draait het om feiten. Feiten zijn juist of onjuist. De gemakkelijkste manier om te testen of leerlingen de feiten kennen, is door hen regelmatig te testen – het maken en afnemen van een kennistoets is zo gedaan.
 Vaardigheden moeten daarentegen praktisch worden beoordeeld. Ze zijn niet goed of fout, maar worden in de loop der tijd ontwikkeld. Het IPC categoriseert de vaardigheden om deze reden in drie verschillende fasen: aanvang, ontwikkeling en beheersing. De grenzen tussen deze drie fasen worden niet in zwart-wit aangeduid en verschillende mensen hebben verschillende ideeën over hoe elke fase eruit ziet. Het IPC Assessment for Learning programma maakt daarom tijdens de beoordeling gebruik van klasseringen.
 Begrip is een persoonlijk en veranderlijk concept: het komt en het gaat. Leerkrachten vertrouwen daarom, terecht in onze mening, op hun professionele oordeel om erachter te komen wat het begrip van de leerling is.

Voor meer informatie over IPC klikt u hier.